De armen hebt gij altijd met u


De school naast mijn flat heeft de aardbeving niet doorstaan. Vanaf eind november stond de school leeg vanwege instortingsgevaar, en tijdens een quarantaineweekend in april heb ik vanaf mijn balkon kunnen zien hoe hij met de grond gelijk werd gemaakt. Nou ja, met de grond gelijk – het puin is blijven liggen, metershoog.
Meteen dezelfde avond hoorde ik getik. Ik zag eerst niets, maar toen ik goed keek, ontwaarde ik tengere tanige Roma-lijfjes die met mokers en hamers op de brokken beton aan het slaan waren. De bedoeling was dat het gewapende beton zou breken en het staal dat erin zit met de bakfiets weggesjouwd kon worden. Dat levert geld op.

Het puin laten liggen zodat mensen er nog aan kunnen verdienen. Het deed me denken aan de aren op de akker van Boaz, die na de oogst opgeraapt konden worden door de arme mensen. Maar ik kan moeilijk mijn gevoel omschrijven waarmee ik toekeek hoe jonge mensen, kinderen nog, maar ook een oude gebogen man, zich een breuk aan het hakken waren op beton. Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. Een mengeling van onbehagen en ontzag. Met hetzelfde gevoel kijk ik naar hoe ze over de rand van de vuilcontainers hangend plastic en blik eruit vissen, en dat in grote balen op hun kleine rug naar hun woonplek slepen, wat soms –ik fiets erlangs en ik zie het– niet meer is dan pallets en plastic zeilen.

Zie je de mensen?

Al wekenlang komt de zin van Jezus me in gedachten als ik het getik naast mijn flat hoor. De armen hebt gij altijd met u. Armoede en hulp is zo complex. Ook op het werk komen we veelvuldig in aanraking met zeer arme mensen. We delen voedsel uit, helpen kinderen naar school, we vinden sponsoring om een huisje bewoonbaar te maken, een elektriciteitsrekening te betalen. En dat is nodig. Omkijken naar elkaar, de ander bijstaan, nood lenigen, daar zijn we toe geroepen omdat we de armen altijd met ons hebben. In onze teamtrainingen zijn we echter ook met elkaar aan het nadenken wat hulp doet met mensen. De mooie kanten van het zegenend aanwezig zijn en honger stillen, een waardige woonplek bieden, mensen laten weten dat ze ertoe doen. Maar ook de negatieve kanten van afhankelijkheid, verlies van zelfrespect, ongelijkheid en apathie. Of gevoelens van zelfvoldaanheid en belangrijkheid bij de gever. We zoeken naar wegen om mensen binnen en buiten de gevangenis te activeren, hun waardigheid te herstellen, ze stimuleren kansen te grijpen, vol te houden.

De moeder van drie kinderen die ik vorige week tijdens de eerste werktrip na de lockdown ontmoette, en die alle sociale afstandsregels negeerde door me meteen stevig te omarmen, zei: “Soms denk ik, waarom laat ik mijn dochter naar school gaan, dat kost alleen maar geld en wat heeft ze eraan. Ik kan haar handen goed gebruiken. Maar dan bedenk ik weer dat ze het nodig heeft voor haar toekomst”.  Ze vertelde wat haar man haar had aangedaan waar de kinderen bij waren, waarvoor hij nu een straf uitzit. “Ik wil dat mijn dochter het beter krijgt. Maar of dat gaat gebeuren? Zo de Heer het wil. Inshallah.” Dan zegt ze: “Zonder God had ik niet eens meer geleefd, dus ik weet zeker dat Hij zich over ons ontfermt.”

Graag willen we, directeur Fred Westerink en ik, meer vertellen en laten zien van het werk van ShKBSh na de aardbeving en de lockdown. Het zal wel over armoede gaan. Maar ook over waardigheid, en hoop en bemoediging. Neem deel aan één van onze online meetings waarin we meer vertellen en laten zien. Voor meer info, klik op onderstaande uitnodiging.